Wat is positieduizeligheid (BPPD)?
Bij positieduizeligheid krijgt u een aanval van draaiduizeligheid als uw hoofd snel van houding verandert, bijvoorbeeld bij omdraaien in bed, vooroverbuigen, omhoogkijken of achteromkijken.
Positieduizeligheid is vervelend, maar gaat altijd vanzelf over.
Een andere naam voor positieduizeligheid is BPPD (benigne paroxismale positieduizeligheid).
Wat zijn de verschijnselen van positieduizeligheid?
- De aanvallen van draaiduizeligheid komen wanneer uw hoofd snel beweegt of van houding verandert, zoals bij omdraaien in bed, vooroverbuigen, omhoog- of achteromkijken.
- Een aanval duurt meestal hooguit één minuut.
- Tijdens een aanval kunt u misselijk zijn en overgeven.
- Bij langzame bewegingen van uw hoofd wordt u meestal niet duizelig.
Hoe ontstaat positieduizeligheid?
Positieduizeligheid heeft te maken met uw evenwichtsorgaan.
Het evenwichtsorgaan bestaat uit drie cirkelvormige buisjes in het binnenoor. In die buisjes beweegt een vloeistof mee met de bewegingen die u maakt.
We denken dat positieduizeligheid ontstaat als er gruis in die vloeistof zit. Het gruis bestaat uit kleine kalkkristallen die in het evenwichtsorgaan thuishoren, maar zich hebben verplaatst. Dat kan gebeuren ook zonder duidelijke oorzaak.
Wat kan ik doen bij positieduizeligheid?
Het algemene advies bij draaiduizeligheid is: probeer gewoon door te gaan met wat u doet. Bent u erg duizelig? Wacht dan even tot u zich minder duizelig voelt en ga daarna weer door met wat u aan het doen was. Het is niet de bedoeling dat u bepaalde bewegingen gaat vermijden.
Behandeling van positieduizeligheid
De huisarts (of fysiotherapeut) kan de zogenaamde Epley-beweging met u doen. De Epley-beweging zorgt ervoor dat het gruis zich verplaatst: vanuit het buisje naar een minder gevoelig deel van het evenwichtsorgaan. Als dat lukt bent u daarna minder duizelig.
Vaak hoeft de huisarts de Epley-beweging maar 1 keer met u te doen om de klachten te verhelpen. De Epley-beweging duurt ongeveer 2 minuten.
Bij de helft van de mensen met positieduizeligheid helpt deze behandeling.
Het kan zijn dat u tijdens of direct na de behandeling misselijk wordt of moet overgeven.
Kunt u uw nek niet goed bewegen (bijvoorbeeld door ernstige artrose, reumatoïde artritis of de ziekte van Bechterew)? Dan kan uw huisarts de Epley-beweging niet met u doen.