Wat is een voorkeurshouding?

Een voorkeurshouding is een probleem dat speelt bij zuigelingen in de eerste zes levensmaanden. Er is sprake van een voorkeurshouding wanneer een zuigeling in rugligging gedurende driekwart van de observatietijd (15 minuten) het hoofd naar 1 zijde geroteerd houdt of het hoofd in de middenpositie houdt. Vaak is er geen volledige actieve rotatiemogelijkheid over de mogelijke 180 graden. Een gevolg van een voorkeurshouding kan zijn dat er schedeldeformatie optreed (afgeplatte schedel). De meest voorkomende deformaties van de schedel zijn Deformatieve Plagiocefalie en Deformatieve Brachycefalie. Sinds de veranderde preventieve adviezen ten aanzien van wiegendood om zuigelingen niet meer op de buik of zij te laten slapen komt een voorkeurshouding en schedeldeformatie vaker voor.

Hoe ontstaat een voorkeurshouding?

– Musculaire disbalans. Dit kan ontstaan doordat een kind hoofdzakelijk eenzijdig in rugligging wordt gepositioneerd; Posturale torticollis.

– Eenzijdige fibrosering van de musculus sternocleidomastoïdeus veroorzaakt door een moeizame bevalling; congenitale musculaire torticollis

– Sleutelbeenfractuur

– Obstetrische plexus-brachialislaesie

– Dysplastische heupontwikkeling

– Neurologische aandoeningen

– Hypotonie

 

Welke behandeling is het beste?

Wanneer de symptomen van een voorkeurshouding worden opgemerkt is het verstandig goed op te letten dat positionering en hantering niet eenzijdig wordt uitgevoerd. Mocht er voor de eerste 7 weken geen duidelijke verbetering optreden dan kan door een kinderfysiotherapeut de positionering- en hanteringsadviezen worden geïntensiveerd en uitgebreid. Daarnaast worden oefeningen gegeven om zowel de actieve als eventueel de passieve mobiliteit te verbeteren.